Dag 66 en 67: Leeuwin-Naturaliste, Busselton, Bunbury en Lake Clifton

We maakten een korte wandeling langs Hamelin Bay. Ondanks het druilerige weer zagen we een aantal brilsterns en rock parrots. Deze papegaaien broeden op de eilandjes voor de kust en foerageren op het strand van het vaste land.

Hamelin Bay maakt onderdeel uit van het Leeuwin-Naturaliste National Park, dat in het uiterste zuidwesten van Australië ligt. Naast mooie natuur boven de grond, zijn er in dit gebied meer dan 300 kalksteengrotten, waarvan er een aantal bezocht kunnen worden. Omdat we het leuk vonden om een keertje zonder gids en rondleiding door een grot te lopen, besloten we Calgardup Cave te bezoeken. Uitgerust met helm en zaklamp daalden we af in de grot. Omdat er verder geen verlichting was en we op dat moment de enige bezoekers waren, was het een bijzondere ervaring.

Na ons bezoek aan de grot gingen we naar het noordpuntje van het park: Cape Naturaliste. We wandelden naar de whale lookout en zagen zowaar een aantal bultruggen en (waarschijnlijk) een blauwe vinvis voor de kust langszwemmen. Met een aantal tussenstops reden we vervolgens naar Busselton, bekend om de ruim 1,8 km lange, houten jetty (pier).

's Avonds maakten we in het Tuart Forest National Park een wandeling om op zoek te gaan naar possums. Met reflectoren op paaltjes is daar een route uitgezet, zodat je met een zaklamp in het donker de route kunt vinden. Helaas hebben we geen enkele possum gezien, maar we kwamen wel zes kangoeroes tegen.

De volgende ochtend gingen we naar de vogelkijkhut in het Vasse-Wonnerup Wetland. We zagen veel eenden en futen, waaronder Australasian shovelers (een soort slobeend). Ook zagen we honderden ibissen op hun slaapplek en een wedge-tailed eagle. Daarna bezochten we de jetty in Busselton en de Underwater Observatory aan het eind van de pier. Hierin kan je afdalen tot op het niveau van de zeebodem en op verschillende diepten in de zee kijken. Op de houten palen van de pier is in de loop der jaren een soort rif ontstaan dat allerlei vissen aantrekt. Ze vinden hier voedsel en bescherming. We zagen heel veel mooie vissen, hele andere soorten dan we tijdens het snorkelen langs de noordwestkust hadden gezien. Het was alleen wat lastig foto's maken door het raam...

Op de jetty zagen we jonge silver gulls en drie verschillende soorten aalscholvers.

Daarna reden we verder naar het noorden naar Bunbury, waar we het Big Swamp Reserve bezochten. Er waren veel watervogels aanwezig, waaronder een musk duck en een aantal ('gewone') aalscholvers. In de lucht vlogen meer dan honderd corella's. We kwamen ook zwarte zwanen en meerkoeten met jongen tegen, wat ons wel heel erg aan de sloot achter ons huis deed denken. Het verschil is alleen dat de zwarte zwaan in Australië van nature thuishoort en in Nederland een exoot is.

In Yalgorup National Park bezochten we Lake Clifton, bekend om haar thrombolieten. Net als de stromatolieten in Hamelin Pool zijn thrombolieten gebouwd door micro-organismen, maar de structuur is anders.

We sliepen die nacht op een mooi plekje aan het Harvey-estuarium.