Dag 62 en 63: Cheynes Beach, Denmark e.o.

We kwamen eind van de middag aan in Cheynes Beach. Dit is een klein, wat afgelegen plaatsje aan de kust ten oosten van Albany, dat wordt omringt door bijna ongerepte natuur. Het gebied staat bekend om drie zeldzame vogels die er voorkomen en de kleurrijke struiken en bloemen. Er groeien veel banksia's: struiken met rode of gele bloemen in de vorm van kegels. Deze banksia's zijn een belangrijke voedselbron voor de honeypossum, een klein buideldiertje van nog geen 10 cm groot. Vóór het donker werd, liepen we nog een klein rondje in de omgeving. We wilden graag een honeypossum zien, maar met zoveel banksia's was dat natuurlijk zoeken naar een naald in een hooiberg. Groot was daarom onze verbazing dat we al snel een honeypossum zagen, vlak bij de weg. Wat een schattig klein beestje was dat! Ook zagen we een splendid fairywren en heel veel western grey kangaroos.

De volgende ochtend stonden we vroeg in de hoop de noisy scrubbird te horen dan wel te zien. Dit is één van drie bovengenoemde zeldzame vogels, waarvan men lange tijd dacht dat deze uitgestorven was. In 1961 werd de vogel herondekt bij Cheynes Beach. Hij laat zich doorgaans goed horen, maar nauwelijks zien. Dat was deze ochtend ook zo. Na een paar roepjes, rende de scrubbird in een paar seconden de weg over. Te snel om een foto te kunnen maken, maar Marco was blij dat hij hem überhaupt gezien had. We maakten een wandeling naar een mooie baai in het aangrenzende Waichinicup National Park, maar door harde wind waren er nauwelijks vogels actief. Op de camping zagen we nog een fan-tailed cuckoo (een soort koekoek).

Hierna reden we naar Little Beach, een prachtig strandje in Tweo People Bay National Park. Helaas was het geen zwemweer, maar het baaitje zag er desondanks zeer uitnodigend uit.

Via een toeristische route gingen we naar Denmark, waarbij we nog een long-necked turtle de weg over zagen steken. Deze schildpad doet zijn naam zeker eer aan!

De volgende dag verkenden we Denmark en omgeving. In de monding van de Denmark River zwommen veel pelikanen. Op de oever zaten western corella's. We wandelden langs de rivier naar het kleine, toeristische plaatsje. Onderweg zagen we onder andere aalscholvers, een slangenhalsvogel en een golden whistler. We liepen via het bos terug en zagen ineens een uil zitten, de southern boobook. Deze uil hadden we tijdens de vakantie regelmatig 's nachts gehoord, maar nu zagen we hem voor het eerst. Vervolgens reden we naar de zuidkust onder Denmark. Er werd gesurfd op de mooie, hoge golven en verder weg zagen we een aantal albatrossen en pijlstormvogels boven de zee. In de baai voor de kust zwommen honderden zwarte zwanen.

Vlakbij Denmark ligt een klein moerasgebiedje. Hier zagen we de red-eared firetail (een soort vink), fairy-wrens en de laughing kookaburra.

Inmiddels was het weer opgeklaard: de wind was gaan liggen en het was droog en zonnig. Daarom besloten we terug te gaan naar Sirling Range, dat we een paar dagen eerder vervroegd hadden verlaten ivm de storm en de regen. We maakten een wandeling vanaf de camping naar het nationaal park en zagen weer veel papegaaien en kaketoes.